Hut en hond

‘Hoe doe jij dat toch? Een drukke baan, een gezin én boeken schrijven?’ Een eindeloos aantal malen heb ik die vraag moeten beantwoorden.

Mijn antwoord was onveranderlijk simpel: gewoon doen. Maar…

Ik beschik over een eigenschap die voor mijzelf een zegen is en voor mijn omgeving een vloek: ik kan me op elk moment en in vrijwel elke situatie terugtrekken in mijn hoofd. Dan houdt mijn omgeving op te bestaan. Een ideale eigenschap voor een schrijver en bijzonder ergerlijk voor anderen (lees: mijn gezin). De overlevering van mijn nazaten zal het verhaal bevatten van mijn kinderen die voetbalden in de kleine woonkamer, een glazen vaas omstootten en de schade opdweilden en -veegden, in de lijfelijke aanwezigheid van hun schrijvende moeder, die geen enkele keer opkeek en het hele voorval niet meekreeg. Niet elke schrijver is hiermee behept (gezegend!). Sterker nog: van veel collega’s hoor ik dat ze pas productief worden in totale afzondering. Niet zelden trekken zij zich terug in een hut, met alleen een laptop en eventueel een hond als gezelschap. Een prikkelarme omgeving waarin ze met niemand rekening hoeven te houden en slechts hoeven te schrijven.

Ook als docent aan de schrijversacademie hoor ik vaak dat schrijven in het verdomhoekje zit, naast alle zaken die moeten. Zo werd het idee geboren voor de schrijversexpeditie in Montenegro. Een wonderschone omgeving in de bergen, eerlijk en heerlijk eten, een comfortabel appartement, een kleine groep van gelijkgestemde schrijverszielen. Dat moet welhaast tot ongekende creativiteit leiden. Wie weet inspireren de resultaten van de deelnemers mij wel om eindelijk zelf ook eens een hut te boeken. De hond heb ik alvast!